-
1 radical
radical [raadiekaal],radicaux [raadiekoo]1 radicaal ⇒ totaal, ingrijpend, grondig♦voorbeelden:1. m (f - radicale) 2. = radicale; radicaladj1) radicaal, ingrijpend, drastisch -
2 implanter
implanter [ẽplãtee]♦voorbeelden:v1) vestigen2) invoeren3) implanteren4) planten (in), vastzetten (in) -
3 prendre
prendre [prãdr]1 dik, hard worden ⇒ bevriezen, stollen5 lukken ⇒ aanslaan, succes hebben6 afslaan ⇒ richting, weg nemen♦voorbeelden:prendre à travers champs • dwars door de velden gaanprendre sur soi de • op zich nemen om teII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opvatten ⇒ opnemen, beschouwen4 (aan)nemen ⇒ zich verschaffen, krijgen5 aannemen ⇒ veronderstellen 〈zie voor uitdrukkingen die hier niet vermeld zijn de betreffende zelfstandige naamwoorden〉♦voorbeelden:prendre une femme de force • een vrouw verkrachten, aanrandence tissu prend bien la teinture • deze stof kan gemakkelijk geverfd worden〈 informeel〉 ça te prend souvent? • heb je daar vaker last van?〈 informeel〉 qu'est-ce qui te prend? • wat mankeert jou?, wat is er nou ineens met jou aan de hand, ben je nou helemaal?c'est à prendre ou à laisser • graag of nietil y a à prendre et à laisser • niet alles kloptprendre une personne pour une autre • iemand voor iemand anders aanzienpour qui me prenez-vous? • waar ziet u me voor aan?prendre qn. pour un savant • iemand voor een geleerde houdenle prendre de haut • het hoog opnemenprendre en bonne, en mauvaise part • goed, slecht opnemen→ temps〈 spreekwoord〉 tel est pris qui croyait prendre • die een kuil graaft voor een ander valt er zelf inon ne m'y prendra plus! • dat zal me niet meer overkomen!je vous y prends • nu heb ik je (betrapt)bien lui a pris de • hij heeft er goed aan gedaan te2 genomen, gepakt worden♦voorbeelden:s'y prendre bien, mal • het goed, slecht aanpakken, aanleggense prendre d' amitié pour • vriendschap opvatten voorpour qui te prends-tu? • wie denk je wel dat je bent?1. v1) bevriezen, stollen2) vastkoeken4) aangaan [vuur]6) afslaan7) (mee)nemen, grijpen8) opvatten9) kosten10) aannemen2. se prendrev1) bevriezen -
4 couper
couper [koepee]♦voorbeelden:¶ couper court à • een eind maken aan, de kop indrukkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (door)snijden ⇒ afsnijden, opensnijden, knippen, (om)hakken, maaien6 stopzetten ⇒ tegenhouden, versperren♦voorbeelden:le froid coupe les mains, les lèvres • de kou doet je handen afvriezen, doet je lippen splijtencouper un organe • een orgaan verwijderenle vent coupe le visage • de wind snijdt in je gezichtle village a été coupé du reste du monde • het dorp is van de rest van de wereld afgesnedencouper avec les dents • af-, doormidden bijtencouper avec une scie • af-, doormidden zagencouper à travers champs • de kortste weg nemencouper l'eau, le courant • het water, de stroom afsluitencouper la fièvre • de koorts doen dalencouper le mal à, dans la racine • het kwaad met wortel en tak uitroeiencouper la retraite à l'ennemi • de vijand de terugtocht afsnijdencouper le vent • tegen de wind beschermença vous la coupe! • dat verbaast je!coupez! • stop! 〈 film-, geluidsopname〉〈 telefoon〉 ne coupez pas, s.v.p. • blijft u aan de lijn a.u.b.♦voorbeelden:il se couperait en quatre pour lui • hij gaat door het vuur voor hem1. v1) snijden, scherp zijn3) (door)snijden, afsnijden, knippen, omhakken, maaien4) amputeren5) schrappen [tekst]6) verwonden7) splitsen8) stopzetten9) tegenhouden10) aanlengen11) afnemen [kaarten]12) castreren2. se couperv1) zich/elkaar verwonden3) zichzelf tegenspreken, zich verraden -
5 extraire
extraire [ekstrer]3 〈chirurgie; vreemd lichaam〉 verwijderen (uit) ⇒ eruit halen ⇒ 〈 tand〉 trekken ⇒ 〈 wetenschappelijk〉 extraherenv1) trekken (uit), delven3) verwij-deren (uit) [medisch]4) trekken [tand]5) ontfutselen [geheim]
См. также в других словарях:
Martial van Schelle — Born 6 July 1899(1899 07 06) [1]Hoogstraten (Wortel) Died 15 March 1943(1943 03 15) (aged 43) near Antwerp, Belgium Occupation … Wikipedia
De Jeugd van Tegenwoordig — The Jeugd van Tegenwoordig Background information Origin Amsterdam, The Netherlands … Wikipedia
Dutch National Badminton Championships — The Dutch National Badminton Championships is a tournament organized to crown the best badminton players in the Netherlands. The tournament started in 1932 and is held every year. Past winners Year Men s singles Women s singles Men s doubles… … Wikipedia
Niederländische Meisterschaft (Badminton) — Die Niederländischen Meisterschaften im Badminton werden seit der Saison 1931/1932 ausgetragen. In der gleichen Saison starteten die internationalen Titelkämpfe. Von 1939 bis 1952 pausierten beide Meisterschaften. Die Titelträger Saison… … Deutsch Wikipedia
Belgian International — Die Belgian International sind die offenen internationalen Meisterschaften von Belgien im Badminton. Sie werden seit 1958 ausgetragen, fanden jedoch in unregelmäßigen Abständen statt. Von 1989 bis 2004 pausierten sie ganz. Mit der Rückkehr der… … Deutsch Wikipedia
Belgian International (Badminton) — Die Belgian International sind die offenen internationalen Meisterschaften von Belgien im Badminton. Sie werden seit 1958 ausgetragen, fanden jedoch in unregelmäßigen Abständen statt. Von 1989 bis 2004 pausierten sie ganz. Mit der Rückkehr der… … Deutsch Wikipedia
Belgium International — Die Belgian International sind die offenen internationalen Meisterschaften von Belgien im Badminton. Sie werden seit 1958 ausgetragen, fanden jedoch in unregelmäßigen Abständen statt. Von 1989 bis 2004 pausierten sie ganz. Mit der Rückkehr der… … Deutsch Wikipedia
Hoogstraeten — Hoogstraten Hoogstraten … Wikipédia en Français
Hoogstraten — Géolocalisation sur la carte : Belgique … Wikipédia en Français
Wurzel — 1. Aus böser Wurzel kommt üble Frucht. – Eiselein, 653; Simrock, 11947. Dän.: Ond rod giver ikke gode æble. (Prov. dan., 479.) Lat.: A radice mala nascuntur pessima mala. (Eiselein, 653.) 2. Aus einer faulen Wurzel kommt kein guter Spross. Dän.:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Unkraut — 1. Akrokt verdirft nit. (Siebenbürg. sächs.) – Schuster, 795. 2. Bei Unkraut gräbt man nicht nach der Wurzel. – Schweiz, I, 24, 3. 3. Das vnkraut wil von dem garten nit. – Franck, II, 6a; Gruter, I, 12; Petri, II, 70; Simrock, 10710; Eiselein,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon